Op Wall Street is de Dow Jones dinsdag (even) door de grens van de 13.000 punten gebroken. Het was van mei 2008 geleden dat de '13.000' nog eens op de tabellen stond. Die maand begon het pas echt goed te rommelen in de Amerikaanse vastgoedmarkt. De Dow sloot uiteindelijk 0,12 procent hoger op bijna 12. 966 punten.
Bijna vier jaar heeft het de Amerikaanse belegger dus gekost om de malaise op de huizenmarkt te 'verteren'. In mei 2008 begon het goed fout te lopen met hypotheekgiganten Fannie Mae, Freddie Mac en de beruchte rommelkredieten.
De Amerikaanse vastgoedcrisis vormde de kiem van de wereldwijde financiële crisis. Die kende zijn climax met de implosie van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers in september 2008. Begin maart 2009 bodemde de Dow uit op 6.547,05 punten (zie grafiek).
De beurzen in New York flirten dan wel met het pre-crisispeil, in Brussel is de weg nog lang. In mei 2008 schommelde de Bel20 net onder de 4.000 punten. Vandaag staat de Brusselse sterindex met 2.287,08 punten nog altijd ver onder dat peil.
De Europese beurzen gingen, in tegenstelling tot Wall Street, zwaar gebukt onder de schuldencrisis op het continent. Bovendien zijn er de jongste maanden signalen dat de Amerikaanse economie op een bescheiden revival broedt.
Ook het ultrasoepele rentebeleid van de Amerikaanse centrale bank biedt de beurzen steun. De Fed beloofde om de nulrente tot 2014 te verankeren(1). Bovendien haalde de Europese Centrale Bank (ECB) eind december 2011 de angel uit de schuldencrisis door banken met goedkope kredieten(2) te overspoelen.
Bron: De Tijd